De keramische sculpturen van Eddie Symkens bezitten een immens expressieve kracht, een expressiviteit die haar kracht ontleent aan zowel de beweging als aan de gelaagdheid, de ruwheid, de elkaar overlappende stukken, repen, brokken klei waaruit ze opgebouwd zijn.
Door de opvallende vervorming, reeds aanwezig in de eerste werken, de rijk geschubde huid en de beweging lijkt dit werk zich naar buiten te ontwikkelen, maar met de gesloten ogen keren de figuren zich in een contemplatief gebaar van die buitenwereld af. De zeggingskracht van de gezichten: verwondering, vreugde, verbijstering, weifeling wordt hierdoor niet afgezwakt. Net zoals een aandoenlijke bevalligheid en gratie niet beknot worden door de volumineuze lichamen.
In de meest recente werken voel je hoe de kunstenaar de afstand tussen zijn ingekeerd werk en de realiteit verkleint. Het is alsof zijn creaties de stem van de buitenwereld horen en daardoor ook fysiek geraakt worden, waardoor intense emoties niet geschuwd worden.
Enerzijds stralen de figuren een enorme kracht uit met hun vooruitgestoken kop en hun gewichtig lijf, anderzijds overvalt ze een soort onmacht, die ze zo menselijk maakt.
Eddie Symkens toont met zijn werk de drang om boven de aarde/de klei/de materie uit te stijgen. De zelfbewuste sculpturen in hun schijnbaar onhandig lijf, met zoveel waardigheid gedragen, doen hem daar ruimschoots in slagen.
Fernand Haerden
Kunstcriticus